Voor altijd
In de tuin staat een oude boom. Je kunt er een schommel in hangen, onder picknicken, samen in lezen, of je erin verstoppen als papa roept dat je je kamer moet opruimen.
De boom is het middelpunt van fijne momenten, in alle seizoenen. Maar als het winter wordt en het meisje ziek, hakt papa de boom om om het huis te verwarmen.
In de lente vindt het meisje een kastanje. Ze plant hem en verzorgt hem goed. Er groeit een nieuwe boom en op een dag loopt er een jongen door de tuin. Zijn mama hangt een schommel op. ‘Wil je me duwen, mama?’
Sommige dingen zijn er voor altijd.